Marktstandplaats

Wat is het?

Wilt u een plaats op de weekmarkt innemen dan heeft u een marktvergunning nodig. Naast de (éénmalige) legeskosten moet u marktgeld en kraamhuur betalen.

Hoe werkt het?

U kunt een plaats op de markt vragen als u voldoet aan het volgende:

  • U staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.
  • U bent handelingsbekwaam.

Vaste plaats of een plaats als meeloper

De wachttijd voor een vaste plaats verschilt per markt en per branche. Staat u op een wachtlijst? Dan moet u dit elk jaar laten verlengen.

De marktmeester wijst elke marktdag de dagplaatsen per branche toe aan meelopers. Dagplaatsen zijn vaste plaatsen die vrij komen als een ondernemer met een vaste plaats er een keer niet is. De gemeente geeft direct de vergunning waarmee u zich kunt laten inschrijven als meeloper.

Wat moet ik doen?

U vraagt de vergunning aan bij de gemeente. Geef in uw aanvraag aan op welke markt u wilt staan en wat u verkoopt.

De vergunning is in eerste instantie voor u persoonlijk. Wilt u niet meer op de markt staan en kent u een ondernemer die op uw plek wil staan? Dan vraagt u de gemeente toestemming om uw vergunning over te dragen aan de andere ondernemer.

Wat moet ik meenemen?

  • een geldig identiteitsbewijs
  • bewijs dat u verzekerd bent tegen wettelijke aansprakelijkheid tijdens uw markthandel

Hoe lang duurt het?

Uw aanvraag wordt binnen 4 weken verwerkt.

Legesverordening

Aan sommige producten zijn kosten verbonden. Meestal staan deze vermeld onder het kopje 'Wat kost het?'. Is dat niet zo, dan kunt u meer informatie vinden in de Legesverordening 2014.

Algemene contactinformatie

Tenzij in dit product anders vermeld, kunt u voor meer informatie contact opnemen met de gemeente Epe. Wij zijn bereikbaar via telefoonnummer 14 0578.

Voor vragen over belastingzaken kunt u terechtbij de afdeling Belastingen in Apeldoorn. Zij zijn bereikbaar via 14 055 en belastingenepe@apeldoorn.nl.

Voor vragen over afval kunt u contact opnemen met Circulus. Zij verzorgen de afvalinzameling in de gemeente Epe.

Bron: Gemeente Epe